Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Twee fragmenten onder de loep genomen


Fragment 1: Georgica, IV, vv. 499-503


[Opmerking: voor het metrum > beluister eerst het geluidsfragment; de benadrukte lettergrepen staan in bold. De cesuren zijn weergegeven door twee schuine strepen //. De vertaling van Piet Schrijvers staat cursief gedrukt.]

 

 

Dixit et ex oculis subito, // ceu fumus in auras

Na deze woorden is zij opeens uit zijn ogen verdwenen

 

commixtus tenues, // fugit diversa: neque illum,

als rook die oplost in ijle lucht, en terwijl hij de schaduw

 

prensantem nequiquam umbras // et multa volentem

vergeefs omarmde en haar nog vele dingen wou zeggen,


dicere, praeterea vidit; // nec portitor Orci

heeft zij hem daarne niet meer gezien, want de veerman van Orcus


amplius obiectam passus transire paludem.

heeft hem de grens van het water niet nogmaals laten passeren.



  1. ex oculis subito / onderbreking in de vorm van een Homerische vergelijking / fugit diversa


Het bijwoord subito kondigt een climax aan die versterkt wordt door de plaatsbepaling “ex oculis” die er vlak voor staat: en uit zijn ogen opeens ... Maar we blijven op onze honger zitten en moeten er eerst een Homerische vergelijking bijnemen die pas volledig door de lezer begrepen wordt na de kerngedachte “fugit diversa”.


  1. neque illum / onderbreking / praetera vidit

> prensantem


> volentem (dicere)


En dan lapt die Vergilius het ons verduiveld weer! Opnieuw blijven we op onze honger zitten na “neque illum”. Maar deze keer bestaat de onderbreking niet uit een suggestieve vergelijking, maar uit twee participia die de wanhoop van Orpheus uitdrukken: en hem, die tevergeefs poogde de schaduw te pakken te krijgen en die nog zoveel wilde zeggen ...


Bovendien merken we een gradatie op:

prensantem: Actief participium praesens > verbaal aspect van het praesens = DE CONATU

volentem dicere: het verbaal aspect DE CONATU wordt hier weergegeven door het participium volentem.


DUS: Waar het verbaal aspect bij het eerste deel in de werkwoordsvorm vervat lag, wordt het bij het tweede deel expliciet aangegeven door “volentem”, gevolgd door de infinitief “dicere” die de kerngedachte van het spreken weergeeft en die als enjambement op het begin van de volgende regel staat.


De kerngedachte “praeterea vidit” stelt Vergilius zo lang mogelijk uit.

Laten we die twee kerngedachten nu nog eens bekijken:


fugit diversa


praeterea vidit


H'm: ww. + bepaling van gesteldheid die via het ww. fugit bij het onderwerp staat


bijwoord + ww.


Vergilius heeft m.a.w. de twee kerngedachten chiastisch tegenover elkaar geplaatst!



  1. prensantem nequiqu(am) umbras


De langzame spondeeën drukken de moeite uit waarmee Orpheus tevergeefs probeert en blijft proberen om de vluchtige schim van zijn geliefde nog één keer aan te raken.


  1. portitor Orci

Klankspel: portitor Orci



  1. obiectam ... paludem


Hyperbaton: Twee woorden die grammaticaal bij elkaar horen staan opzettelijk ver uiteen.

En dat heeft Vergilius hier niet zo maar gedaan: de poel die de twee geliefden van elkaar scheidt, wordt – Ah, bittere ironie van het lot! - nu zelf van zijn epitheton “obiectans” gescheiden.




BEVEL AAN DE LEZER.



Lees nu alsjeblieft die versregels HARDOP voor én nog eens én nog eens ... totdat je voelt hoe ingenieus dat stukje poëzie in elkaar steekt. (Even tussen haakjes: Vergilius heeft 7 jaar aan de Georgica gewerkt. Dat wil zeggen dat hij gemiddeld 0,6 verzen schreef per dag. Dus, neem er je tijd voor.)


iDevice-pictogram Creatieve opdracht: Steek Vergilius naar de kroon!

Zoals je merkt, schiet de vertaling van Piet Schrijvers (zoals elke andere vertaling) op menig vlak tekort. Probeer nu zelf een vertaling te maken die meer rekening houdt met de bovenstaande opmerkingen. Maar: het moet een vlot leesbare en, indien mogelijk, poëtische tekst blijven.


 

Fragment 2: Georgica IV, vv. 523-527


 

 

Tum quoque marmorea // caput a cervice revulsum

Terwijl het hoofd, dat van de blanke hals was getrokken,


gurgite cum medio // portans Oeagrius Hebrus

in de golven werd meegevoerd van de Thracische Hebrus,


volveret, Eurydicen // vox ipsa et frigida lingua,

bleven zijn stem en verkilde tong nog altijd roepen


ah! miseram Eurydicen! // anima fugiente, vocabat;

“Eurydice, arme Eurydice!”, toen zijn levensgeest vluchtte.


Eurydicen // toto referebant flumine ripae.

“Eurydice” werd langs de rivier herhaald door de oevers.



  1. marmorea ... a cervice


Het hyperbaton maakt de onthoofding van Orpheus op een beklijvende manier tastbaar.



  1. caput cervice


Klankspel: caput cervice > de harde gutturalen verklanken het kraken van de botten, wanneer de uitzinnige maenaden Orpheus' lijf uit elkaar rukken.



  1. volveret


Het enjambement verhoogt de spanning.



  1. Eurydicen


Tot driemaal toe wordt de naam van Eurydice herhaald. Die opvallende herhaling wordt ook een anafoor genoemd.


  1. frigida


Frigida” is ook het woord dat Vergilius gebruikte om Eurydice mee te kenschetsen: Koud geworden dreef zij al weg in de Stygische veerboot. Zo worden de twee geliefden door hetzelfde epitheton in de dood bij elkaar gebracht.


Denkvraag: Wat schort er aan de vertaling van Piet Schrijvers? Is hij consequent in zijn weergave van “frigida”?



  1. vocabat/ referebant


Het verbaal aspect van het imperfectum is hier iteratief: hij bleef maar schreeuwen en de oevers bleven de naam weerkaatsen. De herhaling krijgt in deze context een zeer tragische geladenheid met zich mee: de talloze kreten van Orpheus blijven onbeantwoord...




BEVEL AAN DE LEZER.


HARDOP lezen! Komaan, tegenspartelen heeft geen zin. Die poëtische kracht in jou is intussen onhoudbaar groot geworden. Lees, lees en bevredig dat poëticale beest in je ...

Dit artikel valt onder de licensiebepalingen van Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 2.5 License